Boek en druk


Recensietekst


Bron


J. Versteegt

Jan Molstra, druk 1
Jan Molstra wil tegen den zin van zijn vrome ouders naar zee. De voorspraak van den kruidenier, bij wien hij in dienst is, is hem gunstig. Zoo wint hij den strijd met zijn ouders. Hij is een goede, gulle, opmerkzame jongen, maar wars van allen godsdienst, tot groot verdriet van zijn ouders. De herinneringen aan gebreken en zonden van Christenen kweekt hij in zijn hart als brandnetels. Hij komt bij de binnenvaart, maar zijn eerste baas geeft hem met een week z'n congé. Bij den tweeden houdt hij het wat langer uit, maar door den dood van z'n vader komt hij thuis; moeder verkoopt de groentenzaak en Jan komt ten slotte bij de visscherij. Ook hier bevalt het hem niet, en hij gaat bij de groote vaart; hier gaat het beter, en hij klimt op tot stuurman. Na op eenige schepen gevaren te hebben, waarbij hij zoo nu en dan ook met godsdienstige zeelieden kennis maakt, wil hij voor zichzelf beginnen. Hij heeft f 5000.- gespaard, z'n verloofde heeft ook wat,. . . . maar, de patroon van z'n verloofde, die z'n geld in bewaring heeft, gaat failliet en Jan is alles kwijt. De gefailleerde, die ouderling is, en zich zeer godsdienstig voordoet, is dus oorzaak van Jans teleurstelling. Dit maakt Jan volkomen afkeerig van de kerk. Boukje, z'n a.s. vrouw is belijdend lid. En als Jan dan werk krijgt in de haven, trouwen ze, ook in de kerk. Maar al spoedig dwalen beiden geheel af. Het eerste werk dat Jan doet, als hij getrouwd is, is z'n trouwbijbel overboord gooien. Door den arbeid der schippersevangelisatie komt Jan tot inkeer, maar z'n haat tegen den man, die hem z'n geld afhandig gemaakt heeft, blijft. Na nogmaals met "den schippersdominé" gesproken te hebben, moet hij den strijd opgeven, want de Geest Gods brengt hem op de knieën in verootmoediging en berouw. De bestrijder wordt belijder. De strekking van dit dikke boek is uitnemend: in dit opzicht hebben we niets dan lof. Maar de vorm is zeer zwaar op de hand en langdradig; en de vele uitweidingen maken het hier en daar stroef. Voor gewone menschen zijn de vele scheepstermen op den duur vervelend, al worden er heel wat woorden en uitdrukkingen in verklaard. De schrijver toont, dat hij het schippersleven door en door kent. Dat is geen wonder, want de bekende G.E.O.S-predikant is man van ervaring. Een zeer ernstig bezwaar vinden we echter zeer vele ruwe en grove woorden. De lezers krijgen er soms een heele serie tegelijk onder de oogen: Liever sla ik je beenen stuk; snotneus; lomperd; vroom stukje misbaksel; stuk ontuig; stuk vergift; kreng; windhapper; krom mirakel, enz., enz. Voor de Zondagsscholen achten we dit boek niet geschikt. Voor volwassenen kan het, ook omdat het levende werkelijkheid uitbeeldt, veel nut doen. Boekbeoordeeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1933
J. Versteegt

Jan Molstra, druk 1
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van 12-16 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Dit boek vertelt ons het leven van Jan Molstra. Zijn vader en moeder zijn Godvreezende menschen. Vader is driftig. Door hem wordt een zaak gedreven. Ja, hun eenigst kind heeft geen idee in de zaak, wil naar zee. Zeer tot droefheid van zijn ouders. Eindelijk krijgt hij zijn zin. Maar dit viel niet mee. Al spoedig moet zijn eerste schipper hem wegsturen, omdat hij zoo weinig van de schipperswerkzaamheden afweet. Het ergste voor vader en moeder is, dat Jan blijk geeft zonder God te leven. Hij haat de vrome menschen en de kerk. Opnieuw vinden we hem aan boord bij een anderen schipper. Daar gaat het wat. In Deventer aangekomen, wacht hem daar het telegram van het overlijden van zijn vader. Dit ontstelt hem hevig. Direct gaat hij nu naar huis, waar hij aankomt op den dag van zijn vaders begrafenis. Dit brengt een heele verandering in dit gezin. Moeder spreekt hem ernstig over het overlijden van zijn vader en zijn eigen leven zonder vreeze Gods aan. Toch gaat jan door. Zijn moeder gaat inwonen bij een oom. Jan gaat nu bij de visscherij. Daarna vinden we hem op een koopvaardijschip, waar hij de rang van stuurman bereikt. Zijn moeder is ondertusschen ook gestorven, en zelf heeft hij zich verloofd met een wees, die bij een ouderling thuis is in Groningen. Jan's leven verandert nog weinig ten goede. Hij is een ruwe klant, die leeft zonder God. Hij heeft ondertusschen flink geld verdiend. Plannen gaat hij vormen om zelf een nieuw schip te laten bouwen. Op reis krijgt Jan een brief van zijn verloofde met het verzoek, of Glipper, waar Boukje, zijn verloofde, thuis is, het geld mag leenen. Jan vertrouwt dien "vromen vent" niet. Toch gaat het door. Ruzie met den kapitein doet Jan verhuizen naar een ander schip, waar een Godvreezende bootsman Jan waarschuwt voor de eeuwigheid. Jan spot er mee. Een geweldige orkaan breekt echter los. Ternauwernood blijft het schip behouden. Aangekomen in Duitschland, verneemt hij, dat zijn vorige schip met man en muis vergaan is. Zoo komt hij aan in Groningen, waar hij tot de ontdekking komt, dat Glipper failliet is. Heftig gaat hij te keer. Ze trekken nu samen naar Rotterdam. Daar trouwt hij, na werk gevonden te hebben. En zoo leven ze samen zonder om God zich te bekommeren, totdat een "schipperspredikant" het middel mag zijn tot inkeer en bekeering, Algemeens op- of aanmerkingen: Aardig teekent dit boek het schippersleven, zoodat er veel "ruwe" stukken in voorkomen, terwijl de schrijver ook het leven laat zien van "Godvreezende menschen" op zee. De innerlijke strijd van Jan, waar de schrijver over spreekt, laat hij weinig zoo zien, dat we er in mee-leven. Eerst aan het einde van het boek komt dit beter tot zijn recht. Hoe Boukje zich zoo gemakkelijk schikken kon in Jans godsdienstlooze leven, daarvan merken we niets. Jans bekeering komt wel onverwacht. Dit lijkt mij dan ook de zwakke zijde van dit boek, waarbij komen de vele gedeelten, waar de schrijver de zeelui sprekend invoert, zoodat we woorden en dingen hooren, waar we onze kinderen liever niet mee vertrouwd maken, hoezeer dit ook naar de werkelijkheid geteekend moge zijn. Er zit wel spanning in het verhaal, al is de schrijver nu eens wat langdradig, terwijl hij een andere keer erge groote sprongenn maakt. Het zou een boek kunnen zijn voor de oudste leerlingen, hoewel ik het niet onverdeeld aanbevelen kan. Boekbeoordeling van de Ned. Hervormden Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1933